Beschrijving
Manasse, de veertiende koning van Juda, wordt wel gezien als ‘een sadist van de ergste soort’.
Hij leeft als een briesend paard, weigert te gaan in het voetspoor der vaderen en doet alles wat God verboden had.
In Babels kerker wordt hij als een vuurbrand uit het vuur gerukt: ‘Toen kende Manasse, dat de Heere God is.’
Dit boek beschrijft op een pakkende manier het leven van Manasse.