Beschrijving
In vier overdenkingen wordt stilgestaan bij een gedeelte uit het leven van Jozef.
Vader Jakob zendt hem naar zijn broers om naar hun welstand te vragen.
De broers haten Jozef vanwege de bijzondere liefde van hun vader voor hem én vanwege zijn dromen.
In blinde haat werpen ze Jozef in een put. Kort daarop wordt hij verkocht aan een reisgezelschap van Ismaëlieten.
Wat moeten Ruben en zijn broers nu tegen hun vader zeggen?
Jakob is ontroostbaar als hij de leugen hoort dat zijn zoon door een boos dier is gedood.
Jozef komt als slaaf terecht in het huis van Potifar.
De vrouw van Potifar brengt hem in zware verzoeking.
Uiteindelijk komt Jozef onschuldig in de gevangenis terecht. Maar … de Heere is met hem!
Het lijkt steeds mis te gaan in Jozefs leven.
Hij heeft als jonge jongen in deze weg van vernedering niet kunnen begrijpen dat hij juist door díe weg zou komen tot de verhoging. Maar de Heere regeert. Wie kan Zijn wijs beleid doorgronden?
Deze Jozef zal als een schakel gebruikt worden in Gods raad en voorzienigheid om Zijn volk te doen komen naar Egypteland om hen daar te onderhouden.
Jozef mag in dat alles een type zijn van Christus Die in een weg van vernedering uitermate is verhoogd, om een arm zondaarsvolk in het leven te behouden!