Klok T.Ds

Een beginsel van de volle oogst

Hardcover
Auteur

Klok T.Ds

Conditie

Nieuw

Uitvoering

Hardcover

Uitgever

Hazeleger

ISBN

9789082880953

Aantal blz.

180

18,50

Op voorraad

Categorieën: , ,

Beschrijving

In dit  boek van Ds. T. Klok zijn 7 preken opgenomen,

Deze uitgave bevat 3 dankdagpreken en 4 vrije stoffen.
Deze preken zijn uitgesproken op diverse plaatsen in de jaren 1997 tot en met 2013.

De preken zijn zowel voor persoonlijk gebruik bedoeld als voor het gebruik in de leesdiensten.

1. De Fontein des levens.
Want bij U is de fontein des levens; in Uw licht zien wij het licht (dankdagpreek over Psalm 36:10).

2. De weldaden des Heeren.
Een psalm van David. Loof den HEERE, mijn ziel, en al wat binnen in mij is, Zijn heiligen Naam. Loof den HEERE, mijn ziel, en vergeet geen van Zijn weldaden; Die al uw ongerechtigheid vergeeft, Die al uw krankheden geneest; Die uw leven verlost van het verderf, Die u kroont met goedertierenheid en barmhartigheden; Die uw mond verzadigt met het goede, uw jeugd vernieuwt als eens arends (dankdagpreek over Psalm 103:1-5).

3. Gelijk een hen haar kiekens bijeenvergadert.
Hoe menigmaal heb Ik uw kinderen willen bijeenvergaderen, gelijkerwijs een hen haar kiekens bijeenvergadert onder de vleugelen, en gijlieden hebt niet gewild (dankdagpreek over Matthéüs 23:37).

4. Jozef bemind en gehaat.
Zijn broeders dan benijdden hem; doch zijn vader bewaarde deze zaak (Genesis 37:11).

5. Hoewel – nochtans.
Hoewel mijn huis alzo niet is bij God, nochtans heeft Hij mij een eeuwig verbond gesteld, dat in alles welgeordineerden bewaard is; voorzeker is daarin al mijn heil en alle lust, hoewel Hij het nog niet doet uitspruiten (2 Samuël 23:5)

6. De lijdende Borg Christus.
Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf die ons den vredeaanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden (Jesaja 53:5).

7. De eerstelingen des Geestes.
En niet alleen dit, maar ook wij zelven, die de eerstelingen des Geestes hebben, wij ook zelven, zeg ik, zuchten in onszelven, verwachtende de aanneming tot kinderen, namelijk de verlossing onzes lichaams (Romeinen 8:23)